Enquête maken

Met deze makkelijke checklist helpen we je graag bij het zelfstandig maken van een enquête.

Enquête maken

Ben je bezig om een enquête te maken voor je studie, werk of een eigen project? Dit kan een lastige klus zijn. Aan de hand van onderstaande checklist kun je eenvoudig zelf een enquête opstellen.

1. Doelstelling enquête maken

Bepaal voordat je begint met het opstellen van enquête vragen, het doel van de enquête. Wat wil je meten? Op welke deelvragen wil je een antwoord? Hoe ga je de resultaten analyseren? Hoe wil je de rapportage opstellen en welke beslissingen wil je nemen op grond van je resultaten etc.

Door je doelstelling altijd voor ogen te hebben, voorkom je overbodige vragen. Voorkom ‘Nice to know’ vragen die geen toegevoegde waarde hebben voor het onderzoeksdoel. Hierdoor worden respondenten namelijk onnodig belast dat ten koste kan gaan van de betrouwbaarheid van het onderzoek. Bekijk daarom per vraag kritisch of deze relevant is voor je onderzoeksdoel.

2. Lengte van de enquête maken

Maak je enquête lijst niet te lang. De meeste respondenten willen gemiddeld 10 minuten voor een enquête uittrekken. Dit komt in de praktijk neer op een vraag of 20.

3. Opbouw van de enquête

Wanneer je start met het maken van een enquête zorg er dan voor dat de volgorde van de vragen logisch is. Zet de vragen over hetzelfde onderwerp bij elkaar. Stel bovendien eerst algemene vragen en daarna pas specifieke vragen. Dit zorgt ervoor dat de respondent sneller de vragen kan beantwoorden.

4. Vraagstelling bij het maken van een enquête

Het is uiteraard belangrijk dat je enquête vragen goed te begrijpen en te beantwoorden zijn. Hieronder worden hiervoor een aantal richtlijnen gegeven.

  • Houd de vragen kort en specifiek
  • Pas taalgebruik aan de respondent aan (voorkom jargon of moeilijke woorden)
  • Omschrijf eventueel moeilijke begrippen
  • Stel concrete vragen. Vermijd bijvoorbeeld onbepaalde telwoorden als 'weinig', 'veel', 'soms', 'vaak' etc. Voor de ene respondent heeft 'vaak' een andere betekenis dan voor een andere. Beter is daarom "Hoeveel uur heb je de afgelopen week gesport?"
  • Vermijd suggestieve vragen (vragen die de richting van het antwoord beïnvloeden). Onjuist voorbeeld: ‘Vind je ook dat het collegegeld te hoog is’?
  • Vermijd twee vragen ineen Onjuist voorbeeld: ‘Vind je de opleiding psychologie van hoge kwaliteit en leuk?’
  • Vermijd dubbele ontkenning (Gebruikt dus nooit tweemaal het woord 'niet' in een vraag) Onjuist voorbeeld: ‘In hoeverre zijn de volgende redenen niet van invloed geweest om niet voor onze dienst te kiezen?"
  • Zorg ervoor dat een vraag slechts op één enkele manier kan worden geïnterpreteerd. Bijvoorbeeld: Betekent de vraag "Houdt u van sport?" dat de respondent 'zelf graag sport', of 'graag naar sport op televisie kijkt', of 'graag leest over sport'
  • Beslis of je een respondent de mogelijkheid geeft tot het geven van een neutraal antwoord of “dwingt” tot het maken van een keuze. Bijvoorbeeld: keuze tussen een 4-puntschaal of 5-puntschaal.
  • Gebruik zoveel mogelijk dezelfde antwoordschalen Bijvoorbeeld: 3-, 4-, 5- of 7-puntschaal. Zorg voor een balans van positieve en negatieve mogelijke antwoorden.

5. Gevoelige vragen

Indien je gevoelige vragen hebt over leeftijd, opleidingsniveau etc., stel deze gevoelige vragen dan aan het eind van de enquête. De respondent is na het beantwoorden van andere vragen eerder geneigd om gevoelige informatie te delen.

6. Vermijd bij het maken van je enquête al te veel open vragen

Door veel open vragen te stellen in je enquête kun je de respondent wellicht te zwaar belasten. In het algemeen geven respondenten op open vragen vaak weinig uitgebreide antwoorden. Bovendien zijn open vragen in vergelijking met gesloten vragen moeilijker en tijdsintensiever voor jezelf om te analyseren.

7. Gepaste aansluiting antwoordcategorieën bij vraagformulering

Juist voorbeeld: "Geef hieronder aan in hoeverre u het eens bent met de volgende stelling: Ik ben tevreden over de dienstverlening van de mensen van KPN."

  • Zeer tevreden
  • Tevreden
  • Neutraal
  • Ontevreden
  • Zeer ontevreden

Bij deze vraag gaat het dus over “tevredenheid”. Indien gevraagd zou worden in hoeverre de respondent het eens zou zijn met de stelling zou dit verwarrend kunnen werken voor een respondent.

8. Logische ordening in antwoordcategorieën

Onjuist voorbeeld: "Hoeveel uren op een dag ben je bezig met je studie?

  • 2 uur per dag
  • 7 uur per dag
  • 4-7 uren per dag
  • 3-4 uren per dag

Juist voorbeeld: "Hoeveel uren op een dag ben je bezig met je studie?

  • < 2 uur per dag
  • 2-4 uren per dag
  • 4-6 uur per dag
  • > 6 uren per dag

9. Volledigheid van antwoordcategorieën

Bij bepaalde vragen is het voor de volledigheid aan te raden om de antwoordmogelijkheid "Anders, namelijk …", "Weet niet/ geen mening", of "Niet van toepassing" toe te voegen.
Als je dit niet zou doen, dan bestaat de kans dat respondenten ten onrechte de overige antwoordcategorieën kiezen.

Onjuist voorbeeld: "Hoeveel uren op een dag ben je bezig met je studie?

  • 2 uur per dag
  • 2-4 uren per dag
  • 4-6 uur per dag
  • > 6 uren per dag

Hier ontbreekt de antwoordcategorie "Minder dan 2 uur per dag".

Echter, voorkom dat er teveel gekozen kan worden voor de antwoordoptie "Weet niet/ geen mening". Indien respondenten moe worden en geen zin meer hebben om na te denken kunnen ze namelijk al snel voor deze optie kiezen.

10. Consistentie in gebruik van antwoordcategorieën

Het is van belang dat je bij het maken van de enquête de antwoordcategorieën uniform en consistent maakt. Dan pas kun je verschillende vragen met elkaar vergelijken. Ook voorkom je dan dat respondenten onnodig verward raken en onbetrouwbare antwoorden geven.

Voorbeeld: Stel niet eerst diverse vragen met de antwoordcategorieën "Zeer tevreden", "Tevreden", "Neutraal", "Ontevreden", "Zeer ontevreden" en vervolgens vragen met de antwoordcategorieën "Zeer eens", "Eens", "Eens nog oneens", "Oneens", "Zeer oneens".

Ook als je tegengestelde stellingen gebruikt, zorg er dan voor dat deze tegenstellingen kloppen. Gebruik bijvoorbeeld niet “relaxed” versus “boos”, maar versus “gespannen”.

11. Beeldmateriaal

Een bijkomend voordeel van online enquêtes is dat je gebruik kunt maken van beeld en geluid. Dit geeft extra mogelijkheden bij het stellen van vragen. Ook kan dit bijvoorbeeld het geheugen van de respondent prikkelen en kan het de enquête aantrekkelijker maken etc.

12. Proefonderzoek

Wanneer je klaar bent met het maken van de enquête kan je een voorbeeld enquête rondsturen, hiermee kun je bekijken of de enquête geheel duidelijk is.

13. Overige opmerkingen

Geef aan het einde van de enquête de respondent de gelegenheid om nog eventuele overige opmerkingen en/of suggesties te plaatsen.

14. Bedankje

Vergeet tijdens het maken van je enquête niet om je respondenten te bedanken aan het einde van de enquête.

Enquête laten maken door Onderzoekdoen.nl

Onze gespecialiseerde onderzoekers voeren dit onderzoek graag voor je uit. Wil je graag meer informatie en een offerte ontvangen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op via het contactformulier of bel direct naar 050 - 55 32 690.

Onze kantoren zijn gevestigd in Utrecht en Groningen, maar we voeren onze onderzoeken uit door heel Nederland. Waaronder, maar niet uitsluitend, Den Haag, Eindhoven, Amsterdam en Rotterdam.

Een selectie van onze tevreden klanten: